Ongeveer 150 agenten uit de Rotterdamse eenheid kunnen niet dagelijks de straat op vanwege een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Een speciale Rotterdamse aanpak is zo succesvol dat dit initiatief nu landelijke navolging krijgt. De mannen roeien.
Agenten die lijden aan PTSS hebben vaak last van nachtmerries, slaapstoornissen of spanningen door stressvolle gebeurtenissen tijdens het werk. Niet alleen het aantal agenten dat niet aan het werk kan, is zorgwekkend. Volgens Hans van Dolderen, commissaris van de Rotterdamse politie, zitten er in deze regio ook meer agenten thuis dan in vergelijking met andere korpsen.
,,PTSS is binnen de eenheid Rotterdam een issue. Grote regio, grote stad, er zijn veel zware incidenten, veel geweld tegen collega’s. Meer dan ‘normaal’, voor zover je van normaal kunt spreken.”
Daarom kwam Van Dolderen, naast alle initiatieven die vanuit de landelijke top al worden genomen, met een eigen initiatief: meedoen aan een roeiwedstrijd. ,,We hebben niet altijd oog voor de rafelrandjes die dit werk met zich meebrengt. Ik geloof dat als je deze collega’s een nieuwe uitdaging geeft, je veel kunt bereiken. Een sportieve uitdaging in teamverband geeft ze energie en zelfvertrouwen.”
Politievakbond ACP probeert al langere tijd aandacht te vragen voor agenten met PTSS. Woordvoerder Erik Thijssen is enthousiast over de pilot, maar juicht niet te vroeg. ,,Een heel mooi initiatief. Het is voor agenten super belangrijk dat ze gezamenlijk met lotgenoten de strijd aangaan en daar is dit project een mooi voorbeeld van. Onder druk van de bonden zijn er de laatste jaren al meer stapjes genomen, met de nadruk op stapjes. Er zijn nog grote stappen nodig, maar dit is zonder meer een mooi initiatief dat wij zeker toejuichen.”
Geslaagd
Tijdens de derde editie van de 14th of May Memorial Regatta, die morgen wordt gevaren, gaan acht agenten met PTSS na drie maanden training de uitdaging aan. Van Dolderen, binnen de Rotterdamse politie onder meer verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, heeft niet toevallig voor de sport gekozen. ,,Ik ben zelf roeier en heb contact gezocht met twee collega’s die de mannen wilden trainen.”
De ruim 16 kilometer zijn volgens de Rotterdamse commissaris ‘het ultieme bewijs’ dat het project geslaagd is. ,,De afstand roeien is er één, maar dan hebben deze agenten ook nog hun bagage als achtergrond en slechts drie maanden training. En daarnaast kapotte handen, blaren oplopen, emoties overwinnen, de negatieve spiraal omkeren. Ik ben ontzettend trots op ze.”
Eind mei wordt het project geëvalueerd, maar zowel de deelnemers als de leiding van de Rotterdamse politie zijn al zo enthousiast, dat Amsterdamse agenten binnenkort ook al met elkaar de boot instappen. Vanwege de kosten is een vervolg nog niet zeker, maar de intentie is er volgens Van Dolderen. ,,Wellicht weer een volgende groep en een eigen boot. Vanuit goed werkgeverschap wil ik het zeker verder verkennen. De mensen zijn ons grootste kapitaal, dus dat zijn we als leiding moreel aan onszelf en vooral aan deze collega’s verplicht.”
Roeiwedstrijd
Acht agenten van de politie-eenheid Rotterdam doen morgen mee aan roeiwedstrijd. Alleen gaat het niemand om de uitslag. Finishen betekent voor Pauli en zijn teamgenoten een overwinning op PTSS.
Een hel. Zo omschrijft de 57-jarige politieagent de periode nadat PTSS in zijn leven kwam, vier jaar geleden. Vooral omdat er lange tijd niet veel aan de hand was.
Natuurlijk, in zijn carrière van ruim 36 jaar maakte hij genoeg mee op de Rotterdamse straten. Zelfmoorden, ongelukken, schietpartijen: Rien Pauli zag het voorbij komen. ,,Op een gegeven moment loopt je emmer over. Het is niet aan anderen uit te leggen, maar dan gaat het gewoon niet meer.”
Een van de dingen die voor een buitenstaanders vaak als een verrassing komt, is dat de spreekwoordelijke druppel geen traumatische ervaring hoeft te zijn. ,,Bij mij was het een vechtpartij na een aanhouding op straat, niets geks. Maar het was klaar, ik kon niks meer.”
De weken en maanden daarna leken zijn nachten op een script van een horrorfilm. Allerlei gebeurtenissen uit zijn politiecarrière kwamen terug als nachtmerrie. ,,Werd ik wakker met, dacht ik, iemand naast mij die ik ooit had geprobeerd te redden na een zelfmoordpoging. Toen ik naar de badkamer liep om water te drinken, zag ik een tweede lichaam in mijn bad liggen. Precies op dezelfde manier zoals ik die persoon een aantal jaar eerder had gevonden.”
Kapot
Op het zonovergoten terras aan de Rotterdamse Admiraliteitskade, de plek waar de wedstrijd morgen begint, lepelt Pauli de anekdotes uit de donkerste periode van zijn leven zonder blikken of blozen op. Maar hij was er zelf een stuk minder goed aan toe. ,,Je gaat lichamelijk kapot, je hebt geen rust meer. Je slaapt niet, beleeft alles opnieuw. Ik heb op een gegeven moment echt gedacht: het hoeft niet meer voor mij. Toen heb ik ook mijn wapen maar ingeleverd.”
Je gaat lichamelijk kapot, je hebt geen rust meer
Rien Pauli
Pauli is zeker niet de enige agent die in zijn carrière met de ziekte te maken heeft gekregen. Op dit moment zijn er binnen het Rotterdamse korps zo’n 150 agenten bij wie de diagnose PTSS is gesteld. Hans van Dolderen, lid van de eenheidsleiding, polste bij enkele Rotterdamse collega’s of zij iets voor deze collega’s wilde doen. Een van hen was Jan van de Werken, chef recherche in Rotterdam en oud-marinier. Vanuit de Dutch Marines Rowing Challenge organiseert hij sinds 2015 roeitochten voor onder andere mariniers met PTSS.
Vanwege de positieve ervaringen besloot hij voor de derde editie van de 14th of May Memorial Regatta een politieboot in te schrijven. ,,Roeien is uitermate geschikt. Je kunt niet midden op de Maas even stoppen of eruit stappen als je kapot zit. Zouden wij gaan hardlopen, is er altijd wel iemand die harder of zachter loopt dan de rest.”
In januari begon stuurman Van de Werken met het trainen van Pauli en zeven collega’s. Weer of geen weer, elke dinsdag kwam de groep samen. Tijdens die trainingen stond er maar één ding centraal: het afleveren van goede roeiers.
Geen therapie
,,Aan het begin van de eerste bijeenkomst ben ik duidelijk geweest. Dit is geen therapie en ik ben geen maatschappelijk werker. Voor elke training begon kreeg iedereen de kans wat te delen, maar daarna was het roeien. De regel was duidelijk. Tot de brug ben ik aardig voor jullie, daarna gaat de zweep erover.”
Met Pauli gaat het, mede dankzij het roeien, de goede kant op. ,,Het gaat nooit over, dat moet je accepteren, je blijft het meedragen. Maar door te praten met lotgenoten wordt het beter. Ik werk weer 28 uur in de week in mijn oude wijk op Zuid, heerlijk. Meer gaat niet, dat gaat het ook nooit worden, maar dat is prima. De grootste overwinning is voor ons allemaal dat we weer agent durven zijn.”
Maar voordat hij andere collega’s kan gaan helpen, zal Pauli morgen eerst nog de blaren op zijn handen en de schaafwonden op zijn billen moeten overleven. ,,Finishen is de ultieme overwinning. Het gaat emotioneel worden, maar we gaan laten zien wie we zijn.”
De trainer is trots. ,,Kijk kippenvel”, zegt Van de Werken, ,,Nu zijn het ambassadeurs waar andere collega’s zich aan op kunnen trekken. Dat had ik nooit durven dromen.”
Bron: AD